Beste meneer Seidell,

3 juli 2018 - Jinja, Oeganda

Oeganda is een prachtig land met veel, heel veel groen. Mango’s en avocado’s vallen bij bosjes uit de bomen, je struikelt over bonenplanten en iedereen heeft een tuin met wat groente en fruit. U begrijpt: als het over honger in Afrika gaat bedoelen ze niet Oeganda.

Eten komt nooit van ver. Alles wat je niet zelf verbouwt, koop je op de markt – van locals die het wel verbouwen. Melk koop je ’s ochtends vroeg bij een buurman met een koe. En vlees koop je als beest; kip gaat levend in het mandje, die slacht je thuis. De slager heeft een gevilde geit hangen (soms koe of varken) waar hij een stuk van afsnijdt. Overigens eet men bijna geen vlees: zolang dieren nog iets opleveren (eieren, melk, nieuwe dieren) zijn ze levend meer waard.

Op scholen serveren ze warme lunches. Eten is een gezamenlijk event waarvoor je de tijd neemt en koken idem. Hier geen pakjes en zakjes, fipronileieren, E-nummerdiscussies, magnetronmaaltijd of aardbeien hartje winter. Eten is hier noodzaak en genieten ineen: het houdt je in leven, is lekker en gezellig. Tot zover: Walhalla.

Maar wat ik niet begrijp, is hoe deze mensen eruit kunnen zien zoals ze eruit zien. Over het algemeen heeft iedereen hier wat wij een ‘normaal postuur’ noemen, vaak met een enigszins tot zeer gespierd lichaam. Er zijn nauwelijks dikke mensen, hooguit een spatje vet op de buik of heupen. En weet u wat ze eten? Koolhydraten, vet en suiker. En heel veel van alle drie.

Op school krijgen kinderen breakfast mee van hun ouders. Voor de kleuters (1m hoog) in Marte’s klas is dat bijvoorbeeld: een fles frisdrank (300 ml), een zakje chips, een portie koude pasta en wat snoep. En dan niet of, of, maar en, en. ’s Middags lunchen ze met rijst, pasta, posho (puree van maismeel), matoke (puree van bakbanaan), chapati (gebakken plak deeg), bonen en greens (bladgroente in olie). Kinderen mogen opscheppen wat en zoveel ze willen. De greens laten ze meestal liggen.

Halverwege de middag worden ze nog een keer bijgevoerd: limonade en koek. De limonade is zo zoet, dat ik dacht dat ‘ie nog aangelengd moest worden. Bovendien is de kleurstof erin chemisch genoeg om hardnekkige vlekken op de huid achter te laten. De koekjes worden in pakjes van 10 uitgedeeld.

Ik heb me meer dan eens moeten verdedigen omdat ik mijn kind ‘laat verhongeren’ op school. Ze krijgt namelijk fruit, rauwkost, crackertjes, en verse juice mee naar school. Schande!

Ontbijten na het opstaan doen ze hier niet. De meeste mensen eten breakfast rond 11:00 uur: thee of koffie met een samosa, chapati of gefrituurde cassave. Om 14:00 of 15:00 uur komt lunch; idem als bij de kleuters, alleen schept men zeker zo’n 500 gram koolhydraten op, meestal meer dan een soort. Soms een schepje greens of een avocado erbij. ’s Avonds eet men hetzelfde nogmaals, rond 20:00 of 21:00 uur. Alles, maar dan ook echt alles wordt gefrituurd of gaar gestoofd in dikke lagen olie.

Ik begrijp dat de gemiddelde Oegandees 10x meer lichaamsbeweging krijgt dan wij westerlingen. Ze lopen soms wel twee uur naar school of werk, doen al het (huishoudelijke) werk met de hand (wasmachine of stofzuiger bestaan hier niet) en werken in hun tuin.

Maar toch. De mensen met wie ik werk zitten ook de hele dag op kantoor. Ze gaan met auto/bus/boda naar het werk. Ze hebben een huishoudster en verbouwen niks meer zelf. Hun kinderen idem – daar zit Marte mee op school. Hoe kan het dan dat ze niet moddertje vet zijn?

Ik ben hier nu drie maanden en dij rond het middengebied enorm uit. Ook bij Marte hoopt vet op: haar eerst platte borst is ineens heuvelachtig en op de heupen heeft zich een zacht kussentje genesteld. Om het tij enigszins te keren doe ik braaf elke ochtend buik-bil- en beenoefeningen en eet ik marginale porties – wat me misprijzende blikken oplevert van de kokkin zowel thuis als op kantoor.

Is de invloed die eten op een lichaam heeft dan toch genetisch bepaald? Heb ik aanleg voor dikke billen (ja!) en zij simpelweg niet? Maar ook suikerziekte en gerelateerde kankers – lopen ze dat risico hier niet? Niemand is zich hier namelijk van enig kwaad bewust. Nergens posters waarop staat dat een pakje appelsap 6 klontjes suiker bevat. Nergens artikelen over goed of slecht eten: eten is altijd goed, wees blij dat je het hebt! Als het over gezondheid gaat, hebben mensen het over malaria (35.000 kinderen onder vijf jaar dood elk jaar), daar moet je voor oppassen! Toch niet voor suiker? Tja.

Maar goed, meneer Seidell, hoe zit dat nou, dat ik na drie maanden dit dieet geen enkele broek meer fatsoenlijk dichtkrijg en mijn collega’s nergens last van hebben?

Jaap Seidell is hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ik ken hem vooral van zijn stukken in de krant over de (on)zin van onze omgang met voedsel.

4 Reacties

  1. Kim Helder:
    3 juli 2018
    :D
  2. Emmy:
    3 juli 2018
    Daar zou ik ook wel een antwoord op willen hebben. Is het misschien zo dat er generaties over moeten gaan en dat zij pas later last krijgen van het vet en de koolhydraten?
  3. Meike E.:
    6 juli 2018
    Heeft de goede meneer jullie al antwoord gegeven...?
  4. Reineke Commandeur:
    11 juli 2018
    Nee, nog geen reactie helaas! Jaap Seidell beantwoordde lezersvragen in Het Parool, maar volgens mij is hij daar mee gestopt. Heb de mail voor de zekerheid dan maar naar de VU en z'n uitgever gestuurd.